I'm a grumpy old woman who likes to read










Saturday, March 19, 2011

Techneut


Een paar dagen geleden vroeg een vriendin me of ik mee wilde gaan naar de ouderavond van haar zoontje die in de tweede klas van het VMBO zit en die dit jaar een leerweg moet gaan kiezen. Aangezien de keuzemogelijkheden voor de leek behoorlijk ingewikkeld zijn en ik zelf op een VMBO lesgeef, was het een logisch verzoek en ik vind het ook altijd leuk om op andere scholen rond te kijken, dus het mes sneed aan twee kanten.

Nadat we een kleine rondleiding hadden gekregen door het domein waar haar zoon waarschijnlijk in de komende jaren zijn lessen zou gaan volgen en ik er achter was gekomen dat de school weliswaar veel groter was dan de mijne, maar dat er wezenlijk geen enkel verschil was, werden we naar een enorme aula gestuurd, waar de eigenlijke voorlichting zou plaatsvinden.

Bij de deur werden we opgewacht door een kleine, parmantige man, in een smetteloos pak gestoken, die me een beetje aan de rijdende rechter deed denken, maar met minder gevoel voor humor. Hij overhandigde ons een handout met een pen zodat we aantekeningen zouden kunnen maken en wenste ons een prettige avond. We zochten een plaatsje vlak voor het podium zodat we alles goed zouden kunnen zien. Het duurde een poosje voor er wat ging gebeuren, dus we konden goed kijken wat er allemaal voor mensen binnenkwamen. Ook hier verschilde alles niet erg van mijn eigen school. Dezelfde giechelende jongelui, en dezelfde bijpassende ouders.

Klokslag acht werd het licht gedempt en kwam een grijze dame naar voren die de microfoon ter hand nam. Ze heette iedereen welkom (zover ging het nog goed) en vergastte ons daarna op een verhaal over drie kikkertjes. Het verhaal was uitermate geschikt voor de leerlingen van groep één van de basisschool, maar het veroorzaakte grote hilariteit onder de leerlingen die achter mij zaten, hoewel ik moet toegeven dat ze zich ondanks alles prima gedroegen en het gegniffel aardig binnensmonds wisten te houden. Het verhaal was bedoeld als opsteker voor de leerlingen, zodat ze straks met een goed gevoel over hun school weer huiswaarts zouden keren, maar ik denk niet dat er veel waren, die de werkelijke strekking begrepen, want ze hadden het te druk met lachen.

Toen het verhaal bijna afgelopen was, begon de microfoon flink op te spelen. Plotseling kwamen er allerlei knarsende en knallende geluiden, die niets te maken hadden met de kikkertjes, uit de luidsprekers. Elke keer dat er weer een raar geluid weerklonk, keek de grijze dame verstoord in de richting van waar zich waarschijnlijk een ruimte bevond waar zich technische zaken afspeelden, maar dit bleek niet erg te helpen, want de vreemde geluiden bleven voortduren en overstemden soms helemaal wat ze zei.

“Ik doe echt helemaal niets!” riep ze tenslotte in wanhoop uit, waarna ze te hulp werd gesneld door de rijdende rechter, die ons eerder bij de deur had begroet. Hij bleek de teamleider te zijn, die de eigenlijke voorlichting voor zijn rekening zou nemen.

Hij liet meteen zien wat een goede teamleider hij was, door de microfoon van de grijze dame over te nemen en uit te schakelen. Daarna produceerde hij als bij toverslag een andere microfoon en vertelde hij ons dat het nu veel beter zou gaan. We voelden ons meteen een heel stuk geruster, tot hij een kleine afstandsbediening uit de zak van zijn perfecte jasje haalde, op een knopje drukte, en de Powerpoint presentatie, die hij zo goed had voorbereid, niet bleek te werken.

Hij rommelde nog wat aan de afstandsbediening, maar er gebeurde helemaal niets.

“Meneer Van der Neut,” sprak hij even later in de microfoon, “kunt u alles even handmatig regelen?”
Hij was duidelijk gewend aan leiding geven.

Meneer Van der Neut was niet zichtbaar, maar zijn aanwezigheid maakte hij wel kenbaar door de eerste dia van de presentatie te vertonen. De teamleider slaakte bijna onhoorbaar een zucht van verlichting en begon zijn verhaal af te steken.

Toen hij duidelijk aan het eind van de eerste dia was gekomen, gebeurde er niets.

“Meneer Van der Neut, kunt u even de volgende dia laten zien?” vroeg hij.

Een paar seconden lang gebeurde er niets, maar toen verscheen inderdaad dia nummer twee. Het was duidelijk dat meneer Van der Neut er even in moest komen. De teamleider vervolgde zijn verhaal en toen hij bijna aan het eind van de dia was gekomen, schoof de presentatie zomaar helemaal uit zichzelf twee dia’s vooruit. Het was duidelijk dat meneer Van der Neut er nu echt zin in kreeg.

“Meneer Van der Neut, kunt u even een dia terug?” vroeg de teamleider, die dit soort dingen blijkbaar gewend was, want hij liet zich niet uit het veld slaan en bleef rustig. Onder dit soort omstandigheden wordt duidelijk wat de competenties van een echte teamleider zijn.

De presentatie ging een dia terug en de voorlichting werd vervolgd. De overige dia’s verschenen allemaal op min of meer het juiste moment zodat meneer Van der Neut niet langer hoefde te worden aangespoord. Ik vond dat jammer. Meestal zijn voorlichtingsavonden een lang en saai maar noodzakelijk kwaad. De teamleider kan daar niets aan doen. De school ook niet. Maar iedere school zou een meneer Van der Neut moeten hebben.

Tuesday, March 08, 2011

Pillen


Binnenkort ga ik naar het buitenland en aangezien ik inmiddels een dame van een zekere leeftijd ben, waar zo af en toe een pil moet worden ingestopt om de motor draaiende te houden, leek het mij niet onverstandig om even een medicijnpaspoort te gaan halen bij de apotheek. Het is namelijk niet ondenkbaar dat een hasjhond anders aan de grens mijn kleine voorraadje ergens anders voor aanziet dan voor wat het is. Mijn zus heeft al eens een keer zo’n kwijlend beest met zijn neus in haar handtasje gehad, en zoiets wil je toch liever zien te voorkomen.

Ik had al vaker zo’n paspoortje gehaald en het was altijd zo gepiept; even intikken in de computer en binnen een paar seconden spuugt een printer het paspoortje uit de daarvoor bestemde gleuf.

Ook in dit geval was het intikken zo gebeurd. Zelfs de printer deed wat hij moest doen en even later kwam de apothekersassistente me het papier overhandigen. Ze had het al keurig opgevouwen en wilde zich alweer tot de volgende klant wenden, maar zo snel liet ik met niet afschepen. Het zou niet de eerste keer zijn, dat ik met een fout artikel thuis kwam nadat ik me in de apotheek zomaar een gesloten zakje had laten overhandigen. Je ziet, op mijn leeftijd heb ik al meer meegemaakt.

Ik vouwde het formuliertje dus weer open en controleerde of alle gegevens juist waren. Mijn naam en adres klopten, dus zover leek alles goed te gaan. Ook de naam van de apotheek was de juiste. Je zou natuurlijk mogen veronderstellen dat dat logisch was, maar in deze tijd van hi-tech, Apple en lolcats weet je maar nooit. Het enige dat niet klopte was het lijstje met medicijnen. Er moesten drie dingen opstaan, maar er stonden er maar twee.

“Ik mis er één,” vertelde ik de assistente.

Ze keek wat zuur en nam het papier weer van mij aan, waarna ze omstandig het computerbeeldscherm begon te bestuderen.

“Tja,” zei ze na een tijdje rommelen met de muis, “u heeft inderdaad drie verschillende soorten medicijnen.”

Dat had ik haar net al verteld, maar natuurlijk moet tegenwoordig alles wat door een echt mens wordt gezegd, worden geverifieerd in de computer.

“Mooi,” zei ik. “Kunt u dan even een nieuwe voor me uitdraaien?”

Hier begon de opdracht aanzienlijk moeilijker te worden, dat was wel duidelijk.

“Nou,” zei ze aarzelend, “dat kan niet zomaar, want dat derde medicijn is iets wat u niet altijd hoeft te gebruiken.”

Ik haalde mijn schouders op. “Daar heeft u gelijk in,” zei ik, “maar ik moet het wel bij me hebben, want het kan zijn dat ik het nodig heb en wanneer ik het bij met heb moet het ook op het paspoortje staan, anders heeft het geen enkele zin dat ik het meeneem en kan ik aan de grens nog steeds problemen krijgen.”

Er werd een andere assistente bijgehaald. Deze keer iemand die iets ouder was, maar die duidelijk niet erg veel verstand had van computers. Er werd nog wat met de muis gemorreld en toen kwam er een jongeman bij, die het ook niet wist. Achter me hoorde ik andere klanten diepe zuchten slaken, maar ik was niet van plan het op te geven. De apotheek bevindt zich aan de andere kant van de stad en het kost me altijd veel tijd om er naar toe te gaan, dus ik was niet van plan voor zoiets onzinnigs terug te komen. De eerste assistente wierp een geïrriteerde blik in mijn richting, waarschijnlijk in de hoop dat ik zou zeggen het maar te vergeten, maar ik gaf geen krimp. Ik was niet van plan om zonder het paspoortje de apotheek te verlaten. Ik ben daar al jaren klant en het moest toch niet al te moeilijk zijn om een lijstje van mijn medicijnen uit te draaien.

“Misschien kunt u beter even bij uw huisarts langsgaan,” opperde de jongeman.

“Ik denk er niet over,” zei ik zeer beslist. Ik was niet van plan het pand te verlaten zonder mijn lijstje met DRIE medicijnen erop. “U kunt zien dat ik het gebruik, want alles staat in de computer, dus dan kunt u het ook uitdraaien.” Ik weet dan misschien niet erg veel van medicijnen, maar ik weet toevallig wel iets van computers.

De vrouw keek me nog eens aan en zag dat ik het meende. Ze pakte een telefoon op en even later verscheen de apotheker zelf. Hij keek naar mij, naar het scherm, drukte op een toets en de printer spuugde weer een A4-tje uit. Zonder iets te zeggen overhandigde hij het aan de eerste assistente, die het aan mij doorgaf. Ditmaal stonden er drie medicijnen op. Het waren nog de goede ook.

Binnenkort krijgen we een elektronisch patiënten dossier. Dat is voor onze eigen veiligheid, zegt men.