I'm a grumpy old woman who likes to read










Saturday, December 31, 2011

Crisis


Foto: Caroline van der Velde (Bluejay_pix)


Het is weer 31 december. Het is half elf in de morgen en ik moet zo meteen even naar buiten om mijn camerastatief uit de berging te halen, maar eigenlijk durf ik niet, want de rotjes en heel wat zwaarder geschut vliegen je om de oren. Groepjes kinderen van tussen de tien en vijftien jaar oud zwerven door de wijk met rugzakjes vol vuurwerk. Eén verdwaald rotje in zo’n rugtasje en een kind wordt onthoofd! Welke normaal denkende moeder laat een kind op die manier de hele dag rondsjouwen met zo’n bom op zijn rug?

Waarschijnlijk zijn die moeders net als de blonde Barbie look-alike, die gisteren achter de kassa zat bij de supermarkt.

“Het regent!” pruilde ze, terwijl ze haar zwaar gemanicuurde vingers bevallig door haar extreem blond gestylde haar haalde. Uiteraard niet voor mijn plezier, te zien aan de manier waarop ze over mijn schouder naar iemand lonkte. Ik deed er niet eens de moeite voor om te kijken waar haar blik naar toe werd getrokken. Hoogstwaarschijnlijk een mannelijke versie van haarzelf. Zo’n metromacho, die ’s ochtends waarschijnlijk nog langer voor de spiegel staat dan zijzelf.

“Waarom is dat zo erg?” vroeg ik. “Je zit toch lekker binnen?”

“Misschien regent het dan op Oudejaarsavond ook wel.” Ze had de pruillip waarschijnlijk voor de spiegel geoefend.

“Het duurt nog twee dagen voor het zover is,” zei ik. “Het kan nog alle kanten op. Maar eerlijk gezegd mag het van mij warm water gaan regenen tot minstens twee januari.”

“Oh, nee toch!”  riep Blondie met afschuw uit. “En het is toch altijd zo geweldig leuk!”

De hand wapperde weer door het blonde haar, nu gevolgd door een zwiep van haar hoofd, zodat het haar ook nog eens bestudeerd bevallig om haar oren wapperde. Het leek Hans Klok wel, maar zij had geen windmachine nodig.

“Vind ik niet.”

Ik bemerkte dat ik als een mopperende oude vrouw bezig was, maar dat was ik bij nader inzien ook. Tenminste in haar ogen. Ik vond opeens dat ik als mijn moeder klonk. Die had ook altijd een hekel gehad aan vuurwerk omdat het haar aan de oorlog deed denken, maar toen zij nog leefde was het lang niet zo erg als nu met het vuurwerk.

Ik geef toe dat ik er tegenwoordig bang van ben. De knallen zijn veel harder dan anders en elke keer als er weer een bom afgaat vlak onder mijn raam, schrik ik me rot. Kinderen die zich totaal niet realiseren waar ze mee bezig zijn, steken illegale bommen af. De poes is dagenlang van streek en dan heb ik het nog niet eens over de ouderen en de mensen met honden, die dagenlang de straat niet opdurven. Hier aan de overkant roept de buurvrouw al de hele middag om Tommie. Tommie is haar poes en die is al de hele middag zoek. Wat moet er van het beestje terecht komen als hij niet voor middernacht binnen is? Ik hou mijn hart vast.

Blondie ratelde ondertussen door.

“Ik heb er echt zin in,” zei ze, terwijl ze met haar centimeters lange nagels de boodschappen over de scanner haalde. “Je hebt tegenwoordig van die ondergrondse vuilcontainers. Dat geeft een lekkere knal. Je gooit het vuurwerk er gewoon in en doet de klep dicht. Leuk, joh!”

Ik betrapte mezelf er bijna op dat ik haar als een rechtgeaarde schoolfrik bijna vermanend toesprak over dat “joh”, maar ik wist het nog net binnen te houden. Het hielp wel dat mijn mond bijna was opengevallen van verbazing. Dit was geen kind die er geen idee van had wat voor vernielingen ze op die manier kon veroorzaken. Dit was een volwassen vrouw! Zo één die mag stemmen en kinderen opvoeden.

“Durf je dat dan?” vroeg ik.

De boodschappenband viel even stil.

“Hoezo?” vroeg ze. “Da’s toch leuk?”

Ik haalde mijn schouders op en begon de boodschappen in te pakken.

“Ik zou bang zijn voor de boete,” zei ik. “Die zijn tegenwoordig niet mis. Misschien krijg je zelfs wel een taakstraf, want als je je eigen pasje gebruikt om zo’n container open te maken en je blaast hem op, dan kunnen ze zo achter je adres komen. Dat gaat tegenwoordig allemaal digitaal.”

Dit was er het voordeel van dat ik een oud en chagrijnig wijf ben. Ik had er werkelijk geen idee van of ik wel de waarheid had gesproken, maar ik zag met enig leedvermaak dat ik toch even een domper op de oudejaarspret had weten te drukken en daarmee waarschijnlijk meteen een vuilniscontainer van de vernietiging had weten te redden.

Blondie kakelde alweer verder tegen het volgende slachtoffer in de rij.

“Leuk, he? Oudejaar!”

Ik was er plotseling zeker van dat ze nu alweer vergeten was wat ik zojuist had gezegd.

Ik zuchtte, me verbazend over de gekte die weer over Nederland zou komen. Voor minstens 60 miljoen Euro gaat er vanavond de lucht in, het meeste binnen een half uur tijd. Voor nog vele miljoenen meer zal er worden vernield, want geen feest is tegenwoordig compleet als er geen bushokjes worden opgeblazen en de ME en de brandweer niet hoeven uit te rukken. Ambulancepersoneel wordt bedreigd en normale mensen houden hun hart vast.

Crisis? Laat me niet lachen. Zolang we nog zoveel kunnen verspillen, is er geen crisis. Toen de vuurwerkverkoop gisteren begon, vroeg een journalist aan mensen die het kwamen kopen, hoeveel geld ze uitgaven. Gemiddeld kwam dat op zo’n € 200,- per persoon. Een eenvoudig vuurwerkpakket kost al ongeveer € 100,-. De ziektekostenverzekering gaat dit jaar weer drastisch omhoog. Het vuurwerkbedrag zou kunnen worden gebruikt om de verhogingen in de gezondheidszorg misschien wel geheel te dekken. Maar wij kiezen ervoor om het met z’n allen de lucht in te blazen. De wereld is gek geworden. Ik ben hier beslist te oud voor. Ik hoop dat Tommie op tijd binnen is.

Monday, December 19, 2011

Kerst



“Ooooooommmaaaaaaaaaa!”

Het kleine jongetje staat naast het kaasschap, het hoofd in de nek en hij gilt uit volle borst.

“Ooooooommmaaaaaaaaaa!”

Ik wil naar hem toegaan om te helpen, maar een man in een stemmig donker pak en een Jumbo-badge op zijn borst is me voor.

“Ben jij je oma kwijt?” vraagt hij tamelijk overbodig aan het jongetje, dat zijn mond alweer open doet voor nog een brul. Hij kijkt de man aan, besluit toch dat een extra gil niet nodig is en sluit zijn mond weer. Hij knikt.

De man steekt zijn hand uit.

“Kom maar,” zegt hij, “dan gaan we haar samen zoeken.”

Het jongetje lijkt gerustgesteld en gaat vol vertrouwen met de man mee. Ik houd ze beiden in de gaten tot ze inderdaad bij de Klantenservice zijn. Je weet tenslotte maar nooit. Een Jumbo-badge is tenslotte zo gemaakt door een beetje goede fröbelaar met een computer en een printer.

De dame van de Klantenservice ontfermt zich over het jongetje en de man verdwijnt de winkel weer in, waarschijnlijk om nog meer troubles te shooten. Even later klinkt de stem van de Klantenservice-dame door de winkel.

“Wil de oma van Michael zich bij de Klantenservice melden? Michael is zijn oma kwijt!”

Ik sta inmiddels in de rij voor de kassa en kan alles goed in de gaten houden. Oma lijkt geen haast te maken en even later schalt de stem weer door de winkel.

“Michael van vier wacht nog steeds op zijn oma bij de Klantenservice!”

Michael ziet er inmiddels niet erg paniekerig meer uit. Hij wordt omringd door een aantal winkeldames, die hem zo te zien flink vertroetelen. Ik toets inmiddels mijn pincode in en betaal voor mijn boodschappen. Wanneer ik ze sta in te pakken, komt er een gehaaste vrouw met verward grijs haar de winkel binnenrennen. Aan de gelukkige hereniging met Michael te zien is dit de langverwachte oma. Ik til mijn tas uit het winkelwagentje. Dan klinkt de stem van de Klantenservice-dame nog een laatste keer door de winkel.

“De oma van Michael is gevonden!”

Om me heen klinkt applaus en gejuich, waarna sommigen zelfs een traantje wegpinken. Het is bijna Kerst. Is iedereen in deze tijd dan toch wat gevoeliger? Het komt vast door al die Kerstfilms en programma’s over ontroerende herenigingen op familiediners. Of ben ik nu wel heel erg cynisch?